Volgen: een voorbeeld uit de praktijk
Na een incident op de groep kreeg een jongere het verzoek op het terrein te blijven. De groepsleiding wilde niet dat hij van het terrein ging omdat zij zich zorgen om hem maken. Dit zou gelden voor 1,5 dag, totdat er een herstelgesprek had plaatsgevonden. Ondanks het benadrukken dat dit ingezet werd vanuit zorg en dat er ook consequenties aan zouden zitten als hij toch het terrein af ging, vertrok de jongere. Via een andere jongere bij ons op de groep wisten wij waar de desbetreffende jongere op dat moment naartoe was gegaan. Mijn collega en ik hadden net daarvoor de interventie ‘volgen’ behandeld tijdens de derde training van Geweldloos Verzet. Dit leek ons een mooie kans om deze interventie in te zetten. Met zijn tweeën zijn we richting het bos gegaan.
De weg ernaartoe was spannend, we wisten niet met wie de jongere daar zou zijn, wat ze aan het doen waren en hoe hij zou gaan reageren. Ondanks de zenuwen waren we ook erg nieuwsgierig. We spraken af dat ik het woord zou doen, wat ik precies zou zeggen herhaalden we samen nog een paar keer. We zouden rustig blijven tijdens de interventie, niet met elkaar gaan kletsen en ook vooral niet gaan lachen. Wanneer we zenuwachtig zijn hebben we vaak beide dat we wat lacherig worden. Door dit, terwijl we die kant op liepen met elkaar te bespreken namen de zenuwen steeds meer af. Ook zeiden we tegen elkaar dat het niet uit maakte hoe de jongere zou reageren, als hij niet met ons mee terug naar de groep zou komen dan is dit geen falen. Het gaat erom wat wij ermee willen uitstralen. Deze gedachte gaf ook rust.
Eenmaal aangekomen in het bos zagen we de desbetreffende jongere. Hij was samen met een andere jongere van onze groep en een jongere van een andere groep aan het basketballen. Toen hij ons zag was zijn eerste reactie ‘wat doen jullie hier?’. Rustig liepen mijn collega en ik op hem af en zei ik het volgende: “M. wij zijn hier omdat wij ons zorgen om jou maken. Wij willen dat jij bij ons op het terrein blijft en met ons mee terug komt naar de groep. Wij wachten daar op jou”. Terwijl wij weglopen roept hij nog wat dingen als ‘dat jullie mij volgen vind ik echt heel laag’ & ‘hoe weten jullie dat ik hier was, wie heeft mij gesnitcht?’ & ‘wie denken jullie dat je bent?’. Wij zijn samen een paar meter verderop gaan staan, gingen niet in op de dingen die hij schreeuwde en keken zijn kant op. Dit voelde wat ongemakkelijk maar ik begon in mijn hoofd na te gaan wat ik de tweede keer zou gaan zeggen als hij niet mee terug zou komen. Na 2 minuten kwam hij samen met de andere twee jongeren onze kant op lopen. Hij vond het een lage actie maar liep wel met ons mee. Mijn collega en ik liepen rustig weer het bos uit en zeiden dat we blij waren dat hij mee liep, trots dat hij deze keuze heeft gemaakt. De jongere ging wel via een andere route dan ons uiteindelijk terug naar de groep maar hij kwam vlak na ons aan op de groep.
Eenmaal op de groep zat hij nog erg hoog in zijn emotie. Schreeuwde dat hij zich alsnog niet aan de regel ging houden om op het terrein te blijven etc. Mijn collega en ik bleven rustig herhalen dat wij het erg fijn vinden dat hij terug is op de groep en dat als hij weer van het terrein af gaat wij ons zorgen maken. Benadrukt dat wij om hem geven. Hij ging toch weer de deur uit maar waren het erover eens dat het niet heel gek was, dat hij even zijn gedachten op een rijtje moest zetten. We voorspelden dat hij binnen 10 minuten wel weer terug zou zijn. Dit was ook het geval en hierna is hij niet meer van het terrein gegaan totdat het herstel gesprek heeft plaatsgevonden. Mijn collega en ik vonden het spannend maar ook heel interessant en leuk om te doen.
Fleur Boersma – Elker – november 2023